

De Geelse Gezinsverpleging werd in 2023 erkend als erfgoed door Unesco. Dankzij een samenwerking tussen het OPZ in Geel en de inwoners van de regio, kunnen kwetsbare mensen deel uitmaken van een gezin. We duiken in het verhaal van de gezinsverpleging met André en Maria, die Urbanie als gast in hun huis namen. Hun kleindochter Yana beleefde de gezinsverpleging van dichtbij én neemt die ervaring mee in haar job als thuisverpleegkundige.
gezinsverpleging





Maria: “In 1991 kwam Urbanie bij ons inwonen. Mijn ouders hadden vroeger ook een gast en ik wilde die traditie graag verder zetten. Urbanie was toen 42 jaar en woonde tot dan nog nooit in een gezin. In het begin was ze erg stil, maar ze werd echt een deel van onze familie. Uiteindelijk deelden we meer dan dertig prachtige jaren met haar, tot ze stierf in 2024.”

Yana: “Ik heb nooit anders geweten dan dat Urbanie bij mijn grootouders woonde. We zeiden het ook zo ‘We gaan naar moeke, vake en Urbanie.’ Urbanie deed mee met al onze familiefeestjes. Als ze een kerstcadeau kreeg, was ze zo trots. Ze speelde graag met de kaarten en ze durfde wel eens valsspelen. Zo gaat het in elke familie, toch?!
Ik ben met Urbanie opgegroeid. Die ervaring neem ik mee in mijn job. Ik wist al snel dat ik in de zorgsector wou werken. Na een fijne stage bij het Wit-Gele Kruis in Geel ben ik vast in dienst gegaan. In onze regio komen we vaak in aanraking met geestelijke gezondheidszorg, omdat het OPZ hier ligt. Dat schrikt me zeker niet af. Ik ken het, het voelt vertrouwd.”
Maar door de coronacrisis veranderde de afspraken daarover. Ons Yana hielp om Urbanie thuis in bad te zetten, maar met haar werk werd dat ook wat veel. Ze raadde ons aan om thuisverpleging in te schakelen. Die zorg breidde stilaan uit. Urbanie had ook diabetes en steunkousen. Ons Yana kwam soms, maar ook haar collega’s Marjan en Lut.”
André: “Urbanie was echt een goeike. Ze was heel verzorgd, ze kon ook lezen en schrijven. Ze deed haar best om te helpen met de afwas of het huishouden. Ze hield zich vaak rustig bezig met brieven of kaartjes schrijven. Ze vergat geen enkele verjaardag, tot ze een beetje ouder werd.
De laatste jaren kwam het Wit-Gele Kruis. Urbanie ging normaal twee keer per week in bad bij het OPZ.
Maria: “Urbanie werd wat slechter, maar we zagen haar overlijden niet aankomen. Ze was opgenomen in het ziekenhuis. We hadden helemaal niet gedacht dat ze zou sterven: ze had twee dagen ervoor nog enkele van onze achterkleinkinderen op bezoek. Daar leefde ze helemaal van op. We schrokken dus erg toen ze overleed.
We hebben haar een heel mooie begrafenis kunnen geven, dankzij ons Yana en Yenthe. Ze hebben alles in elkaar gestoken en mooie foto’s uitgezocht.”

Yana: “Dat was het laatste wat we nog voor haar konden doen. Urbanie zal altijd bij onze familie horen.”



Maria: “Urbanie werd wat slechter, maar we zagen haar overlijden niet aankomen. Ze was opgenomen in het ziekenhuis. We hadden helemaal niet gedacht dat ze zou sterven: ze had twee dagen ervoor nog enkele van onze achterkleinkinderen op bezoek. Daar leefde ze helemaal van op. We schrokken dus erg toen ze overleed.
We hebben haar een heel mooie begrafenis kunnen geven, dankzij ons Yana en Yenthe. Ze hebben alles in elkaar gestoken en mooie foto’s uitgezocht.”

Yana: “Dat was het laatste wat we nog voor haar konden doen. Urbanie zal altijd bij onze familie horen.”
Maar door de coronacrisis veranderde de afspraken daarover. Ons Yana hielp om Urbanie thuis in bad te zetten, maar met haar werk werd dat ook wat veel. Ze raadde ons aan om thuisverpleging in te schakelen. Die zorg breidde stilaan uit. Urbanie had ook diabetes en steunkousen. Ons Yana kwam soms, maar ook haar collega’s Marjan en Lut.”
André: “Urbanie was echt een goeike. Ze was heel verzorgd, ze kon ook lezen en schrijven. Ze deed haar best om te helpen met de afwas of het huishouden. Ze hield zich vaak rustig bezig met brieven of kaartjes schrijven. Ze vergat geen enkele verjaardag, tot ze een beetje ouder werd.
De laatste jaren kwam het Wit-Gele Kruis. Urbanie ging normaal twee keer per week in bad bij het OPZ.



Yana: “Ik heb nooit anders geweten dan dat Urbanie bij mijn grootouders woonde. We zeiden het ook zo ‘We gaan naar moeke, vake en Urbanie.’ Urbanie deed mee met al onze familiefeestjes. Als ze een kerstcadeau kreeg, was ze zo trots. Ze speelde graag met de kaarten en ze durfde wel eens valsspelen. Zo gaat het in elke familie, toch?!
Ik ben met Urbanie opgegroeid. Die ervaring neem ik mee in mijn job. Ik wist al snel dat ik in de zorgsector wou werken. Na een fijne stage bij het Wit-Gele Kruis in Geel ben ik vast in dienst gegaan. In onze regio komen we vaak in aanraking met geestelijke gezondheidszorg, omdat het OPZ hier ligt. Dat schrikt me zeker niet af. Ik ken het, het voelt vertrouwd.”


Maria: “In 1991 kwam Urbanie bij ons inwonen. Mijn ouders hadden vroeger ook een gast en ik wilde die traditie graag verder zetten. Urbanie was toen 42 jaar en woonde tot dan nog nooit in een gezin. In het begin was ze erg stil, maar ze werd echt een deel van onze familie. Uiteindelijk deelden we meer dan dertig prachtige jaren met haar, tot ze stierf in 2024.”

De Geelse Gezinsverpleging werd in 2023 erkend als erfgoed door Unesco. Dankzij een samenwerking tussen het OPZ in Geel en de inwoners van de regio, kunnen kwetsbare mensen deel uitmaken van een gezin. We duiken in het verhaal van de gezinsverpleging met André en Maria, die Urbanie als gast in hun huis namen. Hun kleindochter Yana beleefde de gezinsverpleging van dichtbij én neemt die ervaring mee in haar job als thuisverpleegkundige.
gezinsverpleging
